Nieuws

Week 2: Leven op Mars? (deel 1)

Geplaatst op 16-04-2010 om 10u37 door Bert Carrein - 5376 keer gelezen
Nieuws

Een eeuw geleden twijfelde niet veel serieuze wetenschappers aan het idee dat er op Mars intelligente denkers woonden. In het rode oppervlak waren immers duidelijk zichtbare kanalen gegraven, die het landschap voldoende bevloeiden om een behoorlijke vegetatie in leven te houden.

Dat mag inmiddels dan wel volledig achterhaald klinken, maar in werkelijkheid kan niemand zeker weten dat er op Mars geen leven voorkomt. In de geschiedenis van de planeet zijn genoeg mogelijkheden geweest om levende cellen te voeden. Een handvol serieuze onderzoekers stelt zelfs dat dat al bewezen is. Dat maken zij op uit experimenten aan boord van de Vikinglander in 1976, die raadselachtige resultaten opleverden. En 20 jaar later hield een marsmeteoriet de wereld een tijd in spanning, omdat die misschien wel fossiele nanobacteriën van Mars bevatte.

Een eensluidend antwoord is er nog niet op gegeven. En misschien is het ook wel onzinnig, die zoektocht naar Martiaans leven. De opsporingsmethoden die de marsverkenners gebruiken, zijn ontwikkeld met het idee dat Martianen sprekend op de aardbewoners moeten lijken. Wat ze moeten vinden, zijn koolstofatomen. Zijn de marsmannetjes van steen, dan zal geen robot hem vinden.

Het ging mis met het woordje ‘canali’. De term werd voor het eerst gebruikt door de Italiaanse sterrenkundige Giovanni Schiaparelli, die in 1877 een nauwkeurige kaart van Mars publiceerde. Als directeur van de sterrenwacht van Milaan had hij de rode planeet uitvoerig bekeken, en hij herkende ‘canali’ in het landschap – een uitgebreid stelsel van rechte lijnen, die hij allemaal benoemde. Het was een belangrijke publicatie, die onder meer in het Engels werd vertaald – helaas verkeerd. Want de ‘canali’, een woord dat in het Italiaans iets als ‘natuurlijke geulen’ kan betekenen, werd in de Engelse vertalingen ‘channels’, ‘kanalen’ die door intelligente wezens zijn gegraven. Schiaparelli heeft dat echter nooit willen suggereren.

Toch raakte het misverstand alleen maar wijder verspreid. Veel ophef ontstond bijvoorbeeld over het Zwitserse medium Catherine Elise Muller, die eind negentiende eeuw onder het pseudoniem Hélène Smith beweerde dat ze in contact was getreden met marswezens. Zij zei zelfs Martiaans te spreken, en zou ook het schrift van de rode planeet beheersen. Een schare volgelingen van over de hele wereld bleef haar trouw, ook nadat psychologen haar hadden onderzocht en alle beweringen tot fantasie bestempelden.

astronomie sterrenkunde ruimtevaart nieuws

Serieuzer werden de boeken van Percival Lowell bekeken. Afgestudeerd als wiskundige verwierf de Amerikaan een zeker fortuin in de kledinghandel van zijn grootvader, tot hij rond 1890 besloot dat zijn ware roeping de sterrenkunde was. In de staat Arizona liet hij op een berg een observatorium met telescopen bouwen, dat door zijn hoogte in een droog gebied betrekkelijk weinig last had van storende invloeden van de aardse atmosfeer. Lowell was ervan overtuigd dat de Martiaanse kanalen door intelligente wezens waren gegraven, en bekeek Mars vijftien jaar lang om dat te bewijzen.

Zijn boeken deden het uitstekend bij het brede publiek. Lowell schreef dat de marsmannen de kanalen hadden gegraven om water van de polen naar de droge woestijnen nabij de evenaar te laten vloeien. Dat de kanalen als donkere lijnen zichtbaar waren, kwam door de vegetatie die dankzij het water op beide oevers groeide. Voor aardbewoners was het indertijd goed voor te stellen hoe technisch vernuftig de Martianen moesten zijn: de aanleg van het Panamakanaal was in volle gang, maar kostte talloze arbeiders het leven doordat steeds weer nieuwe technische problemen opdoken.

Het geloof in levende Martiaanse wezens verdween nooit helemaal. Radiomaker Orson Welles maakte daar gebruik van door op 30 oktober 1938 – een dag voor Amerika’s nationale griezeldag Halloween – zijn luisteraars de stuipen op het lijf te jagen. In zijn radioshow werd de muziek een paar keer onderbroken door ingelaste nieuwsbulletins, die melding maakten van ‘een groot brandend voorwerp’ dat in de staat New Jersey was neergestort. Kort daarop beschreef de nieuwslezer met stijgende paniek in zijn stem dat grote tentakels hem dreigden te grijpen – tentakels van bloeddorstige marsmannen. De scènes die de luisteraar hoorde, waren volledig geïnspireerd op het boek ‘War of the worlds’ van H.G. Wells, dat toen al enkele decennia een bestseller was.

astronomie sterrenkunde ruimtevaart nieuwsHet is moeilijk de mythes over Welles’ uitzending door te prikken. De Amerikaanse kranten berichtten de volgende dag dat de nepuitzending (want dat was het) tienduizenden mensen de straat op hadden gejaagd, en dat er zeker honderden van hen uit angst voor de bloeddorstige Martianen zelfmoord hadden gepleegd. Dat is zo’n beetje deel geworden van het collectieve Amerikaanse geheugen. Maar later werd duidelijk dat die cijfers schromelijk overdreven waren. Niet alleen de radioshow was fictie, maar ook de veronderstelde massahysterie die de show zou hebben veroorzaakt.

Soms kwamen ideeën over leven op Mars voort uit zeer betrouwbare bronnen. Toen Nasa bijvoorbeeld in 1976 foto’s kreeg van de twee Vikingvaartuigen die rond de planeet cirkelden, was op een van de opnamen zonder veel fantasie een groot gezicht op de planeet te zien. Nasa bracht de foto vanwege pr-overwegingen naar buiten: dan kon het publiek de planeet identificeren met iets bekends.

Dat heeft de organisatie geweten. Een aantal mensen zag in het gezicht een werkelijk beeldhouwwerk, dat dus gemaakt moest zijn door intelligente wezens. Nasa’s bewering dat het slechts een berg is met schaduwpartijen die toevallig de contouren van een menselijk gezicht aannemen, werd als leugen afgedaan. En trouwens, op dezelfde foto zijn nog veel meer dingen te zien die bewijzen dat er een beschaving op Mars bestaat – een hele stad, een piramide, een fort. Volgens sommigen was die beschaving zelfs minstens zo oud als die van de vroegere Egyptenaren, want het Martiaanse gezicht leek als twee druppels water op het hoofd van de sfinx. Nasa zou dat allemaal in de doofpot stoppen.

Nasa verweert zich, onder meer met het argument dat de ontdekking van buitenaards leven hoog op het verlanglijstje staat. “Het is het beste wat ons zou kunnen overkomen,” stelt de organisatie. Inmiddels hebben nieuwe satellieten, met betere camera’s dan destijds de Vikingen, het ‘gezicht’ vaak opnieuw gefotografeerd. Vanuit allerlei hoeken en onder verschillende invalshoeken van het licht tonen die een heuvel van enkele honderden meters hoog, bezaaid met kammen die scherpe schaduwen kunnen veroorzaken. Om de absurditeit van een doofpot verder te benadrukken, bracht Nasa ook “From Mars, with love” naar buiten, een foto van een marsberg in de vorm van een hart. Fraai is ook “Happy face”, een ronde inslagkrater met ogen en een mond die door bergketens worden gevormd.

Elke week wordt er een uitgebreid artikel over onze buurplaneet Mars geplaatst. Deze week: 'Leven op Mars? (deel 1)'.
Volgende week: Leven op Mars? (deel 2)
Vorige week: Reizen naar Mars - een stukje geschiedenis

Bron: The Guidestar: http://www.astro-event-group.be (Janek Kozicki / Arjan vd Star)

Gerelateerde berichten

Lees ook: Gigantische stofstorm breekt uit op Mars
Lees ook: Mars is binnenin kouder dan gedacht
Lees ook: Week 5: Mensen op Mars (deel 2)
Lees ook: Amerikaanse astronauten willen naar Mars
Lees ook: Mineralen en geschiedenis van Mars
Lees ook: NASA vindt 'overtuigend bewijs’ van leven op Mars

Bekijk alle berichten uit deze categorie.