Nieuws

Astro-archeologie

Geplaatst op 23-07-2007 om 10u44 door Bert Carrein - 2319 keer gelezen
Nieuws

Ongeveer 13.000 jaar geleden stierf een groot deel van de Noord-Amerikaanse grote zoogdieren (de zogeheten megafauna) uit. Tegelijk eindigde een daarvoor uitgebreide Clovis-cultuur (mogelijk bleven er fragmentarische stammen over), die bekend zijn vanwege het wijdverbreide voorkomen van hun kenmerkende stenen werktuigen. Een en ander wordt vaak geweten aan het begin van een ongeveer 1000 jaar durende koudeperiode, ook in West-Europa bekend als de Younger Dryas.

De oorzaak van de plotseling wereldwijde en aanzienlijke temperatuurdaling is onduidelijk, al wordt die wel toegeschreven aan een verandering van oceanische stromingspatronen. Onderzoekers van de Universiteit van Oregon opperen nu dat de verandering in het patroon van de oceanische stromen een gevolg was van de inslag van een hemellichaam, mogelijk een komeet (in tegenstelling tot een meteoriet niet bestaande uit metalen en/of gesteenten, maar uit ijs met wat gesteentegruis). Deze theorie, die in mei werd gepresenteerd op een bijeenkomst van de American Geophysical Union, is voor een groot deel gebaseerd op het voorkomen van een koolstofrijke laag die op ongeveer 50 plaatsen wordt aangetroffen waar de Clovis-cultuur nederzettingen had. Tot die plaatsen behoren zelfs locaties op een eiland voor de kust van Californië.

De inslag van de komeet (of de explosie daarvan in de dampkring) moet volgens de onderzoekers hebben plaatsgevonden even ten noorden van de grote meren op de grens tussen de Verenigde Staten en Canada; dat gebied was toen nog bedekt door een grote ijskap. Die plaats wordt afgeleid uit de daar relatief hoge concentraties van extraterrestrisch materiaal in de bodem, en de afname daarvan naar de rondom gelegen gebieden.

De gebeurtenis moet, onder meer vanwege de opgetreden schokgolven en waarschijnlijk ook overstromingen, hebben geleid tot een decimering van de populatie in de gebieden voor het ijs. Dat die gebieden inderdaad onder invloed van een inslag hebben gestaan, blijkt uit het voorkomen van kleine metallische bolletjes, kleine koolstofbolletjes, een verhoogde concentratie iridium en houtskool (mogelijk doordat de vegetatie in brand raakte) in de koolstofrijke laagjes. Die karakteristieken komen sterk overeen met die van bodems op de K/T-grens, toen overigens geen komeet maar een meteoriet moet zijn ingeslagen. Een inslagkrater, zoals die voor de K/T-grens wel is gevonden, is echter niet van de inslag van 13.000 jaar geleden bekend. Mocht een komeet in de atmosfeer zijn geëxplodeerd of in de landijskap zijn ingeslagen, dan is dat overigens ook geen wonder.

Opmerkelijk is in ieder geval dat binnen korte tijd veel dieren uitstierven. Het gaat om het vrijwel gelijktijdig verdwijnen van 35 geslachten van dieren, waarvan zo'n 15 omstreeks 12.900 jaar geleden. Omdat soortgelijke uitstervingen elders in de wereld niet gelijktijdig optraden, moet de gebeurtenis weliswaar catastrofaal, maar niet wereldwijd catastrofaal zijn geweest. Lang niet alle wetenschappers die de lezing bijwoonden zijn echter overtuigd dat een inslag de directe of indirecte oorzaak van het verdwijnen van de megafauna was. Daarvoor zullen hardere bewijzen op tafel moeten komen.

Bron: http://www.astro-event-group.be

Gerelateerde berichten

Lees ook: Verband tussen watertemperatuur en orkanen
Lees ook: Zee rond Antarctica wordt kouder
Lees ook: FUSE-satelliet zal worden uitgeschakeld
Lees ook: Wat gebeurt er nu in 2012?
Lees ook: De herkomst van metalen in de aardkorst
Lees ook: Klimaat versus economie

Bekijk alle berichten uit deze categorie.