Het heelal ontstond ongeveer 13,7 miljard jaar geleden in een geweldige explosie die door astronomen de oerknal of de Big Bang wordt genoemd. Het heelal ontstond uit een onvoorstelbaar kleine, dichte en hete energie-opeenhoping. Aanvankelijk bestond het bijna helemaal uit energie. Van 'voor' het heelal is geen sprake, want de tijd ontstond samen met het heelal. Eigenlijk werd dus alles gevormd uit het 'niets'. In een miljoenste deel van een seconde veranderde de meeste energie in materie. Alle stoffen (vaste stoffen, vloeistoffen en gassen) bestaan uit materie. Het heelal dijde snel uit en koelde tegelijk af. Het gaat daar nog altijd mee door.
Wat gebeurde er? Het heelal ontstond door de oerknal. Eerst was het erg klein en heet, maar het dijde toen snel uit. Tegelijk koelde het heelal af. Energie werd materie, na enige tijd werd de meeste materie gevormd door waterstof en helium.
Gaswolken werden door de zwaartekracht tot grote klonters gevormd. Daarin ontstonden de eerste sterren, terwijl de klonters versmolten tot melkwegstelsels. Vele zakten in tot schijven met spiraalarmen: spiraalstelsels.
Toen het heelal uitdijde na een ongelofelijk krachtige explosie van de oerknal en de materie alle kanten uitvloog, ging de zwaartekracht een rol spelen. Het heelal wordt beheerst door zwaartekracht. Deze kracht trekt alle (hemel)lichamen naar elkaar toe. Alle materie heeft deze trekkracht die de zwaartekracht wordt genoemd. Voorwerpen met de grootste massa, met de meeste materie, trekken het sterkst.
De zwaartekracht brengt materie naar elkaar toe. Toen het heelal pas een miljoen jaar oud was, begon materie in de vorm van de gassen waterstof en helium dan ook rondtollende klonteringen te vormen die we protomelkwegstelsels noemen. Die vormden het allereerste begin van het ontstaan van melkwegstelsels.
Protostelsels leken op grote sterrenhopen of kleine melkwegstelsels. Ze vormden zicht meestal in groepen en waren zo de bouwstenen voor melkwegstelsels.
Door de zwaartekracht versmolten de proto-melkwegstelsels. Eerst onstonden kleine, vreemd gevormde melkwegstelsels. Later versmolten proto-stelsels tot grote spiraal- en elliptische stelsels.
Bovendien bleven en blijven in veel stelsels nieuwe sterren ontstaan. Stelsels versmelten en veranderen nog altijd. Ook nu ontstaan in onze Melkweg nog nieuwe sterren, terwijl een klein stelsel ermee gaat versmelten.
Geleidelijk kwamen melkwegstelsels in groepen bij elkaar, met uitgestrekte leegten ertussen. De leegten zijn als bellen in een schuimmassa, terwijl groepen melkwegstelsels 'muren' rond de bellen vormen.
De COBE-satelliet (COsmic Background Explorer) werd in 1989 gelanceerd. De belangrijkste taak voor de satelliet was het onderzoek doen naar overgebleven warmte van de oerknal, die kosmische achtergrondstraling wordt genoemd. De COBE maakte een temperatuurkaart van de hemel en vond daarin kleine verschillen op 'rimpelingen'.
De blauwe gebieden op de kaart zijn iets koeler dan gemiddeld, de rode gebieden iets warmer. De door de COBE gemeten achtergrondstraling stamt van een half miljoen jaar na de oerknal. De kleine verschillen in de hemel leren dat het heelal al ongelijk werd toen het pas een half miljoen jaar oud was. Toen het heelal niet meer eenvormig was, begon materie samen te klonteren.
Voortaan kun je alle nieuwsberichten van desterren.net ook volgen op Twitter en Facebook!
Dit engelstalig magazine is een echte aanrader voor de ware astronomie-liefhebber!
Bestellen of meer info »